Huisartsen komen in hun werk steeds meer in de knel. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) waarschuwde vanmorgen dat de artsen overbelast dreigen te raken als het aantal patiënten per praktijk niet naar beneden gaat. De norm is nu bijna 2200 en moet naar 1800.
De zorg voor die patiënten is de afgelopen jaren steeds ingewikkelder geworden. Er zijn meer zorgbehoevende ouderen, die bovendien langer leven én langer thuis wonen. Ook sturen ziekenhuizen patiënten eerder naar huis.
Dat komt allemaal op het bordje van de huisarts terecht. Maar die heeft nauwelijks genoeg tijd om al die zorg te leveren.
Als ik een consult moet afraffelen, komt het echte verhaal er misschien niet uit.
Martine Verwijs
Huisartsen hebben per patiënt nu 10 minuten voor een consult, inclusief het schrijven van een verslag. Dat is echt te kort, beaamt huisarts Martine Verwijs. Ze werkt op verschillende praktijken in de regio Amsterdam. “Mensen tasten je eerst af. De eerste minuten vertellen ze over iets waarvoor ze eigenlijk niet komen.”
Pas als de patiënt vertrouwen heeft in de huisarts vertelt hij meer. Verwijs: “Dan hoor je de vraag achter de vraag. Dat ze bezorgd zijn over dat knobbeltje, want oma is ook overleden aan kanker. Als ik zo’n consult moet afraffelen, komt dat verhaal er misschien niet uit.”
Dat weet ook Dennis Pot, huisarts in Hilversum. “Ook al zeg je duidelijk dat ze maar één klacht mogen bespreken, ze komen toch al snel met meer problemen.” Hij doet daarom niet zes consulten per uur, maar vijf. “Dan kan je net iets meer doen en dat verhoogt de kwaliteit van de zorg.”
Een oplossing voor het tijdgebrek is mogelijk gevonden in Noord-Limburg. Daar krijgt huisarts Hans Peter Jung op eigen initiatief sinds vorig jaar een vast bedrag van verzekeraar VGZ, in plaats van een vergoeding per consult.
Het resultaat? Meer tijd voor de patiënt en flink toegenomen werkplezier voor Jung zelf. “Mijn werk is veel leuker geworden. Mensen bloeien echt op als je de ruimte hebt om te praten over waar het eigenlijk om draait.”
Het heeft ook de verzekeraar geen windeieren gelegd. Het aantal patiënten dat Jung doorverwees naar het ziekenhuis, waar de zorg een stuk duurder is, nam afgelopen jaar met maar liefst 28 procent af. “Daarmee heeft VGZ die extra financiering voor onze praktijk terugverdiend”, zegt Jung.
Martine Verwijs geeft als voorbeeld een veelgehoorde klacht uit de praktijk: vermoeidheid. Ze schat dat tot een vijfde van haar afspraken daarover gaat. “Er kan dan van alles aan de hand zijn: angst voor ziekte, depressie, overbelasting op het werk of echte lichamelijke klachten. Dat zijn leuke consulten, want dan moet ik echt puzzelen. Maar daar heb ik wel de tijd voor nodig.”
Ze heeft dan geen ander alternatief dan uitlopen. “Daar gebruik ik de pauzes voor, niet voor koffiedrinken.”
Bron: HandicapNieuws/NOS
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.