De Wet langdurige zorg (Wlz) staat vanaf 2021 open voor ggz-cliënten met een blijvende behoefte aan intensieve zorg. Per 1 januari 2021 maken naar verwachting ca. 11.000 cliënten de overstap van de Wmo/beschermd wonen naar de Wlz. De VNG reageerde via de internetconsultatie op het wetsvoorstel.
Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) vragen we in onze reactie om aandacht voor een aantal effecten op cliënten en voor de financiële gevolgen voor gemeenten. (De reactie is verzonden mede namens de G4, G40, de gemeentelijke werkgroep GGZ en een aantal specifieke gemeenten. Zie voor de brief onderaan dit bericht.)
Indicatiestelling: Wmo of Wlz
Bij de indicatiestelling moet een juiste afweging wordt gemaakt tussen Wlz en Wmo. Zorgvuldigheid gaat boven snelheid, we pleiten daarom voor voldoende budget voor het CIZ. Gemeenten en het CIZ moeten goed kunnen samenwerken, het (op tijd) delen van informatie maakt een soepele overgang mogelijk. Het zou (wettelijk) mogelijk moeten worden gemaakt om gemeenten actief over verstrekte Wlz-indicaties te informeren.
Eigen bijdrage, bijstand
Het kabinet stelt dat de inkomenseffecten voor cliënten die nu vanuit de Wmo ondersteuning ontvangen minimaal zullen zijn, maar wij verwachten dat sommige cliënten in de Wlz een hogere bijdrage gaan betalen. En gemeenten lopen het risico op extra kosten bij cliënten met een volledige bijstandsuitkering: afhankelijk van het aantal gevallen kan dit een serieus probleem opleveren, we vragen speciaal aandacht voor dit probleem.
Bijstelling gemeentelijk budget
Doordat cliënten overgaan naar de Wlz ontvangen gemeenten straks minder budget. Het kabinet gaat uit van een uitname van € 495 miljoen, volgens de (centrum)gemeenten is deze raming te hoog. Een hoge uitname als uitgangspunt nodigt uit om veel mensen voor te dragen voor een Wlz-indicatie. Het risico is dat de instroom groter is dan nodig en herstelmogelijkheden voor mensen daardoor onbenut blijven.
Tijdige correctie van het budget
Om de continuïteit van zorg te waarborgen, zou bij de ingekochte Wlz-zorg, resp. Wmo-zorg sprake moeten zijn van communicerende vaten, totdat de definitieve cijfers bekend zijn. Ons voorstel is om al in de meicirculaire 2021 het budget over 2021 te corrigeren op de feitelijke uitstroom naar de Wlz.
Verdeling van de uitname
Dan is er nog de prangende vraag hoe de uitname wordt verdeeld. Tussen regio’s blijken grote verschillen in het percentage cliënten dat mogelijk in aanmerking komt voor de Wlz. In combinatie met de introductie van een nieuw verdeelmodel (in 2021) voor o.a. beschermd wonen en maatschappelijk opvang, worden de uiteindelijke budgettaire effecten per gemeente onvoorspelbaar.
Biedt meer zekerheid
We vragen het Rijk oog te hebben voor de gecombineerde financiële risico’s en meer zekerheid te bieden aan gemeenten zodat zij tijdig passende inkoopafspraken kunnen maken met aanbieders. Het nu geschetste tijdpad voorziet hier niet in.
Meer informatie
Hieronder de VNG-brief zoals deze week verzonden aan staatssecretaris Paul Blokhuis. We gaan in de brief ook nog in op de categorie cliënten met een GGZ-B-indicatie (‘voortgezet verblijf’), de tariefverschillen tussen de Wlz en de Wmo, en de verschillen in hoe het pgb is geregeld.
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.