Er zijn allerlei voorzieningen en hulpmiddelen om het leven met een beperking makkelijker te maken. Voorbeelden zijn: rolstoel, scootmobiel, woningaanpassing, hulpmiddelen bij medische behandelingen (infuuspomp, injectiespuit). Het doel is om de zelfredzaamheid in en om de woning te bevorderen en/of een beperking te compenseren.
Nieuwe verdeling

De voorzieningen en hulpmiddelen zijn sinds 1 januari 2013 alleen nog geregeld vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Zorgverzekeringswet (Zvw). De hulpmiddelen uit de AWBZ zijn ondergebracht bij de Zorgverzekeringswet (Zvw). Bovendien is per 1 januari 2013 de aanspraak op eenvoudige loophulpmiddelen (zoals rollator, looprek, kruk en wandelstok) via Zvw, de AWBZ en de Wmo komen te vervallen. Overzicht nieuwe verdeling
Hulpmiddelen via zorgverzekeraar
Uw zorgverzekering regelt hulpmiddelen die u nodig heeft voor behandeling, verpleging, revalidatie en verzorging. Bijvoorbeeld een verstelbaar bed of een speciaal matras als u langdurige bedrust nodig heeft. Voor meer informatie hierover neemt u contact op met uw zorgverzekeraar. Meer informatie over hulpmiddelen vindt u in de hulpmiddelenwijzer.
Hulpmiddelen via gemeente

Heeft u een hulpmiddel nodig om thuis zelfstandig te kunnen blijven wonen? Of om u in huis en daarbuiten goed te kunnen verplaatsen? Deze hulpmiddelen krijgt u van de gemeente (vanuit de Wmo). Voorbeelden van hulpmiddelen die u blijvend nodig kunt hebben zijn een rolstoel, traplift of een elektrische deuropener. Voor meer informatie kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Wat zijn de veranderingen bij het verstrekken van hulpmiddelen?
In juni 2011 heeft de minister besloten om het aantal
hulpmiddelenregelingen vanaf 2013 van drie naar twee te verminderen door
de uitleen uit de AWBZ te laten vervallen, en de hulpmiddelen ‘thematisch’ te verdelen over de Zvw en de Wmo. Hulpmiddelen gerelateerd aan een specifieke aandoening komen in de Zvw en de hulpmiddelen gerelateerd aan ‘zelfredzaamheid in en om de woning’ zouden naar de Wmo gaan.
Tijdens de begrotingsbehandeling op 11 november 2011 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de minister wordt gevraagd om geen Zvw-hulpmiddelen en geen AWBZ-hulpmiddelen over te hevelen naar de Wmo maar deze onder de Zvw te laten vallen en verder niets te veranderen aan de hulpmiddelen die nu onder de Wmo vallen.
Dat betekent dat er geen nieuwe taken op het gebied van de hulpmiddelen naar de gemeenten zullen worden gedecentraliseerd. De motie heeft geen gevolgen voor de hulpmiddelen die nu al onder de Wmo vallen (bijvoorbeeld rolstoelen en scootmobielen).
De minister is van mening dat ook deze oplossing leidt tot de beoogde vermindering van het aantal loketten van 3 naar 2. Het biedt eveneens duidelijkheid voor de burger, betekent een relatief eenvoudige overgang zonder extra kosten en heeft een breed draagvlak bij patiënten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders.
Bron: Invoeringwmo.nl