De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat de veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt. Ook de Eerste Kamer heeft op 8 juli 2014 het plan goedgekeurd. Hiermee is de nieuwe Wmo 2015 een feit en is op 1 januari 2015 in werking getreden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de Wmo 2015 en daarmee voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan mensen zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. En andere mensen kunnen blijven ontmoeten.
In de nieuwe Wmo
- wordt mogelijk gemaakt dat meer mensen dan nu met ondersteuning en zorg thuis kunnen blijven wonen.
- zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers, zodat die kunnen participeren. Deze ondersteuning is voor verschillende doelen beschikbaar, zoals begeleiding en participatie.
- wordt extramurale persoonlijke verzorging niet overgeheveld naar de verantwoordelijkheid van gemeenten, maar deze wordt bij de zorgverzekeraars onder gebracht. Onder persoonlijke verzorging valt hulp bij het aankleden, eten, drinken, wassen, toiletgebruik e.d. en eenvoudige verpleegkundige handelingen.
- blijft meer budget beschikbaar dan eerder voorzien, zodat gemeenten op maat huishoudelijke ondersteuning kunnen bieden: 60% (€530 mln extra) in plaats van 25% van het budget
- komt een recht op het persoonsgebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig
- wordt er € 50 miljoen uitgetrokken om sociale wijkteams in te richten
- blijft cliëntondersteuning bestaan, zodat een cliënt zich kan laten bijstaan bij de aanvraag. De AWBZ – middelen hiervoor worden overgeheveld naar gemeenten (MEE)
- is er een vangnet waarmee gemeenten steun kunnen bieden, ofwel via Wmo – voorzieningen ofwel inkomenssteun via de bijzondere bijstand.
- Het budget hiervoor loopt op tot ruim €700 miljoen in 2017. De huidige landelijke regelingen voor inkomenssteun verdwijnen.
>> Samenvatting maatregelen langdurige ondersteuning en zorg per 2015
Begeleiding naar Wmo
Begeleiding viel voorheen onder de AWBZ. Maar gemeenten kunnen beter inspelen op lokale omstandigheden en de zorgbehoefte van cliënten. Daarom heeft het kabinet besloten dat de gemeente vanaf 2015 ondersteuning en begeleiding aan huis levert. Deze taken vallen sinds 1 januari 2015 onder de Wmo. Gemeenten hebben zelf de vrijheid om te bepalen wie de voorzieningen uit de Wmo echt nodig heeft.
Huishoudelijke hulp alleen als dat echt nodig is
Verder heeft het kabinet de eisen veranderd voor huishoudelijke hulp via de Wmo. Om vanaf 2015 in aanmerking te komen moet u de huishoudelijke hulp hard nodig hebben en niet zelf kunnen betalen. De gemeente beslist hierover.
Persoongebondenbudget (Pgb)
De gemeente kan onder voorwaarden een persoonsgebonden budget (pgb) verstrekken. Deze voorwaarden zijn aangepast. Met een pgb kunt u zelf de ondersteuning inkopen die u nodig heeft, op de tijd en plaats die u het beste uitkomt. De Sociale Verzekeringsbank doet namens de gemeente de betaling rechtstreejs aan de zorgaanbieder.
Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen. De eigen bijdrage is afhankelijk van de leeftijd, het inkomen en het vermogen van de cliënt en diens partner. Het CAK int de eigen bijdrage.
Sociale wijkteams
Iedere gemeente organiseert de ondersteuning op zijn eigen manier. In veel gemeenten komen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.
Overgangsrecht in Wmo 2015
Voor mensen die een AWBZ-indicatie hebben die doorloopt in 2015 is een overgangsregeling gemaakt.
Wat gaat er veranderen voor mensen die gebruikmaken van zorg uit de AWBZ of de Wmo?
- U woont in een verzorgingshuis of verpleeghuis
- U ontvangt thuis zorg vanuit de AWBZ
- U heeft een persoonsgebonden budget (pgb) van de gemeente op grond van de Wmo
- U heeft in de toekomst zorg nodig