Gevolgen miljoenennota 2022 voor zorg en welzijn

De Miljoenennota en Rijksbegroting zijn op Prinsjesdag, dinsdag 20 september 2022, weer bekend gemaakt. Wat zijn de gevolgen van de Miljoenennota 2023 voor zorg en welzijn?

Ook in de toekomst moet iedereen gebruik kunnen maken van de zorg. Het is een grote opgave om de zorg betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Onder meer omdat mensen steeds ouder worden en dus langer een beroep doen op de zorg. Alleen meer geld of meer zorgpersoneel is niet de oplossing. Nu gaat namelijk al 13% van het nationale inkomen naar de zorg. En 1 op de 6 mensen werkt in deze sector. Daarom wil het kabinet dat de zorgpartijen meer gaan samenwerken, en de beperkte capaciteit van de zorg beter verdelen. De afspraken hierover staan in het onlangs afgesloten Integraal Zorgakkoord (IZA).

In 2023 trekt het kabinet € 300 miljoen uit voor het uitvoeren van de afspraken in het IZA en worden specifieke middelen beschikbaar gesteld voor verschillende thema’s uit het IZA en de betrokkenheid van gemeenten. In het IZA staan afspraken met zorgpartijen over onder andere:

  • (regionale) samenwerking tussen gemeenten en onder meer de huisartsenzorg en de geestelijke gezondheidszorg;
  • het verbeteren van de organisatie van de basiszorg, waaronder de wijkzorg;
  • digitalisering en betere uitwisseling van patiëntgegevens.
Zorgpremie en zorgtoeslag gaan omhoog

In 2023 gaat de premie van de basisverzekering met ongeveer € 11 per maand omhoog. Hierdoor wordt de totale zorgpremie in 2023 gemiddeld € 137 per maand. Dit is nodig omdat de kosten van de zorg ook stijgen. Onder meer door loonstijgingen, inflatie en meer vraag naar zorg. Deze stijging heeft geen gevolgen voor de toegankelijkheid van de zorg. Uiterlijk in november 2022 stellen de zorgverzekeraars hun definitieve premie vast.

Zorgtoeslag stijgt mee

Om lage- en middeninkomens te compenseren voor de hogere kosten, stijgt de zorgtoeslag naar € 154 per maand. Het kabinet heeft voor 2023 de zorgtoeslag voor een keer extra verhoogd om de algemene koopkracht te verbeteren. 

Ouderen helpen langer thuis te wonen

Het aantal ouderen neemt verder toe, en veel van hen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. En regie houden over hun leven. De zorg en ondersteuning voor deze mensen moet in de toekomst blijven passen bij wat zij willen. En zo georganiseerd zijn, dat het aan de veranderende zorgvraag voldoet. 

Geld voor zelfredzaamheid, geschikte woningen en digitale innovaties

Het kabinet trekt € 280 miljoen uit voor het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor ouderen (WOZO). Dit geld gaat onder meer naar het ondersteunen van de realisatie van geclusterde woonvormen, zodat ouderen die dat willen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Het doel van de ondersteuning is, stimuleren dat ouderen:

  • langer thuis kunnen wonen;
  • langer zelfredzaam blijven;
  • en daarbij meer gebruik kunnen maken van technische innovaties.
Beter voorbereid zijn op een volgende pandemie

Een van de belangrijkste plannen van het kabinet is om klaar te zijn voor een eventuele pandemie. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn er verschillende maatregelen. Hiervoor is in 2023 € 200 miljoen beschikbaar. De belangrijkste maatregelen zijn:

  • Meer opleidingsplekken voor infectieziektebestrijdingsartsen bij de GGD.
  • Oprichting van de Landelijke Functionaliteit Infectiebestrijding (LFI), die bij een (volgende) pandemie de coördinerende rol op zich kan nemen bij de bestrijding.
  • Kennis- en innovatieprogramma’s op het gebied van virusverspreiding en ventilatie.
  • Investeren in ICT en informatievoorziening, om goed zicht te kunnen houden op (potentiële) pandemieën. 
Subsidie voor opleiding acute zorg

Als de nood hoog is, is er snel extra zorgpersoneel nodig. Daarom moeten er voldoende flexibel inzetbare medewerkers zijn. In 2022 is er nog voor 800 studenten plek om de opleiding Basis Acute Zorg te volgen, die zij dan in 2023 afronden. 

Meer aandacht voor (mentale) gezondheid, preventie en sport

Het kabinet wil een gezonde leefomgeving en leefstijl stimuleren. Doel is om een fitte en veerkrachtige samenleving te krijgen, waarin mensen minder snel ziek worden. En ouderen lang gezond blijven. Hiervoor maakt het kabinet in 2023 € 90 miljoen vrij. 

Via het Nationaal Preventieakkoord streeft het kabinet naar de Gezonde Generatie in 2040. Dit wil het kabinet onder meer bereiken door:

  • extra in te zetten op het tegengaan van overgewicht;
  • het aantal rokers te verminderen;
  • problematisch alcoholgebruik terug te dringen.

Daarnaast komt er extra aandacht voor mentale gezondheid en meer focus op sport en bewegen. Doel is dat in 2040 75% van de mensen minstens 2,5 uur per week beweegt. Nu is dat minder dan 50%. Om dit te bereiken, wil het kabinet onder andere meer doelgroepen bereiken en sporten en bewegen voor iedereen toegankelijk maken. Bijvoorbeeld via buurtsportcoaches. Daarnaast zet het kabinet in op:

  • het versterken en behouden van een sterke sportsector;
  • het bevorderen van kansengelijkheid in de sport;
  • het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport.

Vanuit het Nationaal Sportakkoord worden hierover afspraken gemaakt met de sportsector en gemeenten. Mensen die dat nu al doen, kunnen zo blijven sporten en bewegen. En een nieuwe groep mensen wordt hierdoor gestimuleerd om te gaan sporten en bewegen.

Bron: Rijksoverheid

 

//////////////////////////////////////////////////////////////

 

Nalezen wat de gevolgen Miljoenennota waren in 2022?

Het kabinet blijft zich maximaal inzetten om de coronacrisis te bestrijden en investeert ook komend jaar in het vaccinatieprogramma, de monitoring van de verspreiding van het virus via de testcapaciteit en het versterken van de GGD’en. Ook werkt het kabinet aan het verbeteren van de pandemische paraatheid: er wordt een plan gemaakt om voldoende voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën. Om zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden, werken we aan het toekomstbestendig maken van de zorg. Voor tekorten in de jeugdzorg wordt extra geld beschikbaar gesteld aan gemeenten. In totaal wordt er 100 miljard euro besteed aan de zorg in 2022.

Coronabestrijding
  • De meest ingrijpende fase van de coronacrisis ligt achter ons, maar er blijven risico’s. Daarom investeren we in 2022 vooralsnog 2,1 miljard euro in de coronabestrijding. We moeten zicht houden op de verspreiding van het virus door te blijven monitoren en testen.
  • Ook zetten we onverminderd in op de bestrijding van het virus door middel van vaccinatie. Omdat de GGD’en een essentiële rol blijven spelen in de coronabestrijding is het belangrijk dat we deze organisaties versterken. Dit doen we onder andere door extra middelen beschikbaar te stellen voor het bron- en contactonderzoek, de teststraten en het vaccinatieprogramma.
Pandemische paraatheid
  • Door de coronacrisis hebben we ingezien dat we beter voorbereid moeten zijn op onbekende dreigingen voor de volksgezondheid: onze pandemische paraatheid moet beter. Om hiermee een start te maken stelt het kabinet volgend jaar in totaal 22 miljoen euro beschikbaar.
  • We hebben geleerd dat samenwerking binnen het zorgstelsel essentieel is in crisistijd, maar ook is sturing vanuit de overheid onmisbaar gebleken. Er wordt een plan opgesteld om voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën, waar het vergroten van ons aanpassingsvermogen en onze zelfvoorzienendheid een grote rol in zullen spelen. Er moet worden geïnvesteerd in de publiek-private samenwerking bij de ontwikkeling en productie van vaccins, geneesmiddelen en medische technologie.
  • Ook wordt er een landelijke infrastructuur ingericht om de 25 GGD’en aan te sturen ten tijde van crisis. Op die manier moet de bestrijding van een nieuwe epidemie adequater en sneller van de grond komen in de toekomst.
  • Een ander onderdeel van de pandemische paraatheid is het opbouwen van de nationale zorgreserve, een duurzaam bestand van zorgprofessionals die kunnen inspringen in tijden van crisis. Hier trekt het kabinet per jaar 5 miljoen euro voor uit vanaf 2022.
Zorg voor de toekomst

Er komen veel veranderingen af op de zorg, onder andere door vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt. Om zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden, moeten we deze toekomstbestendig maken. Dat vraagt om meer aandacht voor preventie en gezondheid, focus op organisatie en regie en oog voor vernieuwing en werkplezier. Daarvoor worden in 2022 extra middelen beschikbaar gesteld.

  • Zo komt er met de ‘subsidieregeling ondersteuning wijkverpleging’ 57 miljoen euro beschikbaar voor projecten gericht op samenwerking of het verminderen van administratieve lasten.
  • Ook trekt het kabinet komend jaar 14 miljoen euro uit voor de ‘stimuleringsregeling e-health thuis’ voor mensen die thuis ondersteuning en zorg nodig hebben.
  • Daarnaast is in 2022 ruim 4 miljoen beschikbaar in ‘subsidieregeling juiste zorg op de juiste plek’, onder andere bedoeld om samenwerking in de regio en tussen zorgsectoren te stimuleren.
  • Ook steunt het kabinet de sector in het werven, scholen en behouden van voldoende zorgmedewerkers. Dit wordt gedaan via bijvoorbeeld de financiering van medische vervolgopleidingen en stages. Door de coronacrisis is het tekort aan stageplekken voor studenten van zorgopleidingen verder toegenomen, omdat veel stages zijn uit- of afgesteld. In 2022 is er 63,5 miljoen euro beschikbaar gesteld om werkgevers een impuls te geven om meer stageplekken aan te bieden en deze op een innovatieve wijze vorm te geven.
  • Om de zorg toekomstbestendig te maken is het belangrijk om de inzet van digitaal ondersteunende zorg en e-health-toepassingen te vergroten. Tijdens de crisis is dit essentieel gebleken, onder andere om gegevens tussen zorgaanbieders, de GGD en het RIVM te kunnen delen. Dit moeten we vast zien te houden in de toekomst.
Jeugdzorg
  • Om de toegankelijkheid, effectiviteit, betaalbaarheid en kwaliteit van de jeugdzorg verder te verbeteren is urgent actie nodig. Hiervoor komt komend jaar 1,3 miljard euro extra beschikbaar voor gemeenten, bovenop de 300 miljoen die vorig jaar is toegezegd.
  • Het kabinet en de gemeenten maken samen met cliëntenorganisaties, beroeps- en brancheverenigingen en professionals een hervormingsagenda voor het jeugdstelsel. Daarin worden afspraken gemaakt die moeten leiden tot een duurzame verbetering van het jeugdhulpstelsel, waarin zorg beschikbaar is voor kinderen die dat echt nodig hebben, gemeenten betere uitvoeringskracht hebben en er meer inzicht komt in informatie zoals gebruik van jeugdzorg, uitgaven en wachttijden. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met gemeenten om al aan de slag te gaan met een aantal maatregelen, zoals het breder invoeren van een praktijkondersteuner jeugd-ggz bij de huisarts.

Zorgpremie

  • Om de toenemende kosten van de zorg te kunnen financieren rekent het kabinet in 2022 op een stijging van de premie van de basisverzekering van ongeveer €2,75 per maand. Hiermee komt de zorgpremie in totaal op ongeveer €125,75 per maand. Uiterlijk in november 2021 stellen de zorgverzekeraars hun premie vast.
  • Via de zorgtoeslag wordt de premiestijging gecompenseerd voor mensen met een lager inkomen, de zorgtoeslag zal namelijk stijgen met maximaal 3 euro per maand.
  • Het kabinet heeft, na een motie van de Tweede Kamer, toegezegd het eigen risico in 2022 op €385 te houden.
Lopende programma’s
  • De financiering van verschillende lopende programma’s blijft gedeeltelijk in stand tijdens de demissionaire kabinetsperiode. Het gaat hierbij om programma’s zoals ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’ en ‘Kansrijke Start’. In deze programma’s wordt respectievelijk 5 miljoen en 7 miljoen euro geïnvesteerd in 2022.
  • Daarnaast wordt er ongeveer 5,5 miljoen beschikbaar gesteld voor suïcidepreventie om het werk van 113 Zelfmoordpreventie in het jaar 2022 te kunnen continueren.