Veranderingen in de langdurige zorg
Wat verandert er op 1 januari 2020 in de wet- en regelgeving van de langdurige zorg?
Deeltijdverblijf is een combinatie van thuis én in een instelling wonen. Nu hebben (ouders van) cliënten de keuze tussen thuis wonen (eventueel met logeeropvang) of voltijds in de instelling wonen. Vanaf 1 januari 2020 wordt een tussenvorm eenvoudiger: afwisselend een (deel van de) week thuis wonen en een (deel van de) week in een instelling verblijven.
Deeltijdverblijf is gemiddeld 7, 8 of 9 dagen per 14 dagen in een instelling wonen.
Per 1 januari 2020 vervalt het overgangsrecht vanuit de regeling ‘Wlz-indiceerbaren’. Ongeveer 50 mensen die wonen in een adl-woning (Fokuswoning) vallen onder dit overgangsrecht. Voor hen wordt het overgangsrecht echter met 6 maanden verlengd, tot 1 juli 2020.
Voor bewoners van een adl-woning zou de zorg buiten de woning (en de zorg die zo specifiek is dat Fokus deze binnen de woning niet kan leveren) per 1 januari 2020 van de Wlz overgaan naar de Zorgverzekeringswet en de Wmo. Dat wordt nu 1 juli 2020.
Hulpmiddelen voor cliënten die in een Wlz-instelling wonen worden nu vanuit vier regelingen geleverd: de Wlz, de Zvw, de Wmo 2015 en soms ook de WIA. Bovendien verschillen de regels voor cliënten met behandeling en cliënten zonder behandeling in de instelling. Deze ingewikkelde regelgeving wordt vereenvoudigd.
Vanaf 1 januari 2020:
- worden mobiliteitshulpmiddelen (zoals een rolstoel en een scootmobiel) voor alle cliënten in een Wlz-instelling verstrekt vanuit de Wlz en niet meer vanuit de Wmo 2015;
- worden hulpmiddelen voor zorgverlening en wonen voor algemeen gebruik altijd uit de Wlz betaald. Dit gaat bijvoorbeeld om tilliften en hoog-laagbedden, ook wel ‘roerende voorzieningen’ genoemd. Nu leveren gemeenten en zorgverzekeraars deze hulpmiddelen soms nog vanuit de Wmo 2015 en Zvw.
Voor beschermd wonen komt een aanpassing van de eigen bijdrage. Deze wordt gekoppeld aan het wel of niet hebben van een wooncomponent. Daarbij maakt het geen verschil of het pgb of zorg in natura is. De aanpassing gaat waarschijnlijk met ingang van 1 januari 2020 in. Budgethouders hebben zo alle tijd om zich voor te bereiden.
Mensen in de groep ‘Wlz-indiceerbaren’ krijgen nu zorg op basis van het Wlz-overgangsrecht. Zij hebben nog recht op de zorg volgens hun laatste indicatie van vóór de Wlz. Met het overgangsrecht werd voorkomen dat deze mensen er in zorg op achteruit zouden gaan. Dit overgangsrecht loopt tot 1 januari 2020. Het gaat om ongeveer 9.000 mensen.
Jongvolwassenen tot 23 jaar met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen kunnen integrale behandelzorg in een verblijfssetting ontvangen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz kent hiervoor LVG-zorgprofielen.
In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk de LVG-zorgprofielen goed in te vullen. Er zijn enkele maatregelen genomen waardoor de praktijk nu beter kan aansluiten op het beleid en de wet- en regelgeving.
Meer informatie en uitleg wat de bedoeling is van de LVG-zorgprofielen
Cliënten met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen kunnen integrale behandelzorg in een verblijfssetting ontvangen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz kent hiervoor het SGLVG-zorgprofiel (‘sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt’). De leeftijd van de cliënten ligt doorgaans tussen de 18 en 55 jaar.
In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk de SGLVG-zorgprofielen goed in te vullen. Er zijn enkele maatregelen genomen waardoor de praktijk nu beter kan aansluiten op beleid en de wet- en regelgeving.
Meer informatie en uitleg wat de bedoeling is van de SGLVG-zorgprofielen
Bij verschillende zorgleveringsvormen is het niet meer nodig om de terminaliteitsverklaring te gebruiken. Voorheen werd deze verklaring voor de zorg in de laatste levensfase gebruikt. Bij verschillende zorgleveringsvormen is het niet meer nodig om de terminaliteitsverklaring te gebruiken. Voorheen werd deze verklaring voor de zorg in de laatste levensfase gebruikt.
De terminaliteitsverklaring geeft aan dat de levensverwachting van de patiënt niet langer dan ongeveer drie maanden is. Deze verklaring moest altijd door de behandelend arts worden ingevuld en afgegeven om de inzet van extra zorg in de wijkverpleging en de langdurige zorg (Wlz) te verantwoorden. Dat is vanaf nu verleden tijd.
Kreeg u zorg vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)? En maakte u gebruik van een overgangsregeling naar andere zorgwetten? Sinds 2016 gelden de meeste overgangsregelingen niet meer. Voor sommige groepen gebruikers gelden de regelingen tot 1 januari 2020.
Nieuwe wetten voor onvrijwillige zorg
Op 1 januari 2020 gaan er 2 nieuwe wetten in voor onvrijwillige zorg. Daardoor kunnen mensen bijvoorbeeld gedwongen in een instelling worden opgenomen. Het gaat om:
- Wet verplichte ggz (Wvggz)
Deze wet regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een ggz-instelling verleend kan worden. - Wet zorg en dwang (Wzd)
Deze regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) die onvrijwillige zorg krijgen. Daarnaast regelt deze wet de onvrijwillige opname.
Meer zorgtoeslag
De maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden stijgt in 2020 met €60 tot €1.248. De maximale zorgtoeslag voor partners stijgt met €84 naar €2.388.
Medische dossiers langer bewaard
Vanaf 1 januari 2020 wordt de wettelijke bewaartermijn van medische dossiers verlengd van 15 naar 20 jaar. De bewaartermijn loopt vanaf de laatste aanpassing van het dossier.
Uitbreiding basispakket zorgverzekering
In 2020 is het basispakket uitgebreid met de volgende vergoedingen:
- Kiezen voor logeervergoeding
Reist u voor een behandeling vaak een lange afstand heen en weer, dan ontvangt u een vergoeding voor de vervoerskosten. Vanaf 2020 kunt u kiezen voor een logeervergoeding in plaats van de vergoeding voor vervoerskosten. U krijgt maximaal € 75 per nacht als u 3 dagen achter elkaar een behandeling heeft. Vindt u een kamer voor minder dan € 75 per nacht, bijvoorbeeld € 35 per nacht? Dan vergoedt de zorgverzekeraar maar € 35 per nacht. - Vergoeding van apotheekbereidingen van medicijnen
Vergoedt de basisverzekering uw geregistreerde geneesmiddel niet omdat de kosten te hoog zijn? Dan krijgt u de apotheekbereiding vanaf 2020 wel vergoed. - Vergoeding van zorg door specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten
Wordt u behandeld door een specialist ouderengeneeskunde (SO) of een arts verstandelijk gehandicapten (AVG)? Dan wordt deze behandeling in 2020 vanuit de basisverzekering vergoed. De behandeling valt onder het eigen risico. Dit geldt ook als u in 2019 al onder behandeling van een SO of AVG was, en de behandeling in 2020 verder gaat. Lees meer over wat de vergoeding van de SO en AVG vanuit de basisverzekering voor u betekent. - De sensortechnologie Flash Glucose Monitoring (FGM) voor diabetespatiënten komt in het basispakket.
- Een geneesmiddel voor de spierziekte SMA, Spinraza, komt in het basispakket voor patiënten van alle leeftijden.
- Het geneesmiddel osimertinib komt in het basispakket voor de startbehandeling van longkanker bij bepaalde volwassen patiënten.
- Het eigen risico wijzigt niet in 2020 en blijft € 385.
Wijziging abonnementstarief Wmo
In 2019 gold een maximale eigen bijdrage van € 17,50 per vier weken voor Wmo-maatwerkvoorzieningen. Dit was een tussenvariant: per 1 januari 2020 is de bijdrageperiode niet meer vier weken, maar een maand. De hoogte van de maximale eigen bijdrage is hierop aangepast en bedraagt vanaf 2020 € 19,- per maand. Dit is ook bekend als het abonnementstarief.
Wijzigingen inning eigen bijdrage Wmo
Vanaf 2020 zijn er twee wijzigingen in de inning van eigen bijdrage Wmo.
- Een wijziging van de eigen bijdrage bij een persoonsgebonden budget Beschermd Wonen. Het doel is dat iedereen in dezelfde woonsituatie een eigen bijdrage betaalt volgens dezelfde regels.
- Maatregelen met als doel om het aantal stapelfacturen verder te verminderen.
Accijns sigaretten en shag omhoog
Met ingang van 1 april 2020 wordt de accijns op sigaretten hoger. De prijs van een pakje van 20 sigaretten stijgt daardoor met € 1. Deze verhoging komt bovenop de verhoging van 14 cent op 1 januari 2020.