Speciaal onderwijs

Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, chronische ziekte of aandoening hebben. Er is speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal onderwijs.

Speciaal basisonderwijs (SBO)

Soms kan een gewone basisschool een kind niet helpen bij leerproblemen. Het kind gaat dan door naar het SBO.

Speciale basisscholen zijn bedoeld voor onder andere:

  • moeilijk lerende kinderen;
  • kinderen met opvoedingsmoeilijkheden;
  • kinderen met gedragsproblemen.
Kenmerken speciale basisscholen

Scholen in het SBO hebben dezelfde kerndoelen als gewone basisscholen. Maar de leerlingen in het sbo krijgen meer tijd om die te halen. De groepen in het speciaal basisonderwijs zijn kleiner en er zijn meer deskundigen. Leerlingen kunnen tot hun 14e jaar op een school voor SBO terecht.

Vanaf het schooljaar 2019-2020 maken deze leerlingen ook de verplichte eindtoets voor het basisonderwijs. Na het SBO gaan de meeste leerlingen naar het vmbo, het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

Groepen in het speciaal onderwijs

Er zijn 4 clusters:

  • Cluster 1: blinde, slechtziende kinderen;
  • Cluster 2: dove, slechthorende kinderen en kinderen met een taal- spraakontwikkelingsstoornis;
  • Cluster 3: motorisch gehandicapte, verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen;
  • Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.

Cluster 3 en 4 vormen met gewone scholen samenwerkingsverbanden.

De samenwerkende scholen maken afspraken over welke leerlingen ze doorverwijzen. Voor deze leerlingen geeft het samenwerkingsverband een document (toelaatbaarheidsverklaring) af. Deze verklaring geeft recht op een plek.

Speciaal onderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs (VSO)

Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs kan opnieuw gekeken worden of de leerling misschien naar een gewone middelbare school kan. Leerlingen in het speciaal onderwijs gaan meestal na hun 12e naar het VSO. Ze kunnen op het VSO blijven tot en met het schooljaar waarin ze 20 jaar worden. Die periode kan iets langer zijn als daarmee de kans op een diploma of passende plek op de arbeidsmarkt groter wordt. Daarvoor moet de school wel ontheffing aanvragen bij de Inspectie van het Onderwijs.

Ontwikkelingsplan

Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs moeten een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen vaststellen. In dit plan staat hoe zij een passend einddoel voor het kind willen halen. Dat kan zijn:

  • een diploma halen;
  • een baan vinden;
  • een plek vinden in de dagbesteding.

De school stelt het ontwikkelingsperspectief vast in overeenstemming met de ouders. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Als ouders het niet met het perspectief eens zijn, kunnen zij terecht bij de geschillencommissie voor ouders.

Kerndoelen

De kerndoelen geven aan wat een kind aan het eind van de opleiding moet weten en kunnen. Scholen mogen zelf bepalen hoe ze de doelen willen halen. Daarnaast bestaan er kerndoelen voor de uitstroomprofielen.

Bron: Rijksoverheid